Gisteravond vonden we elkaar weer. Bij binnenkomst werd ik van het ene stel armen in het andere geduwd. En dat allemaal op de gang.
Ik ontmoette Eva, die me vertelde dat ze een dag met D gewandeld had, en hij niet op kon houden over mij te praten. En hoe ik hem gedwongen had 45 kilometer te lopen (het was 41,4 en ik dwong niemand, maar het verhaal is prima). Hij sloeg blijkbaar zo door dat zij bij zichzelf dacht: this Caroline must be an angel.
We kookten en zaten met 15 man aan de dis. Heerlijk. Ik ben geboren voor het weeshuis. Op het dakterras keken we naar de lichten van de stad, en liet de Robert me prachtige muziek horen en vierden we Kadrin's verjaardag.
De volgende ochtend, na het ontbijt in het cafe, liep ik een tijdje met de Wizzard. Ik zong voor hem. De muziek van Hair is zo toepasselijk hier. De Wizzard verstond: 'This is all we need, this is all we need.' Hij had tranen in zijn ogen. Ik zong iets heel anders. Veel dramatischer. Maar hij hoort alleen het positieve.
Daarna dreef ik af. Heerlijk in mijn eentje. Ik lag en zat veel in bermen, voor vergezichten. Na Rabanal del camino - waar ik twee kettingen kocht in een stalletje aan de straat. Ze lagen voor het grijpen en je mocht zelf de prijs bepalen - besloot een deel van de groep te blijven.
Ik liep door. De beste beslissing. Het pad steeg naar het hoogste punt van de camino, 1500 meter, er lag sneeuw. Het was geweldig. De bergen, het uitzicht, er was hagel gecombineerd met zon, het alleen zijn. Alles. Elke minuut was goed.
Ik schreeuwde over het dal. Ik leef! En toen nog eens. Nog harder. I'm alive!
De herberg was de gezelligste tot nu toe. Tafels, een groot haardvuur, lekkere stoelen, en Aldis, die ik nog niet kende, die 'Welcome home' zei toen ik binnen kwam, Manuel, de herbergier die paella voor ons maakte. Onder de douche gaf ik opeens oranje af. Het duurde even voor ik doorhad dat de kettingen smolten. Ze waren niet afgebakken. Donativo.
Vandaag 26. Forcebadon.
Nog: 233,5 te gaan.
Ik ontmoette Eva, die me vertelde dat ze een dag met D gewandeld had, en hij niet op kon houden over mij te praten. En hoe ik hem gedwongen had 45 kilometer te lopen (het was 41,4 en ik dwong niemand, maar het verhaal is prima). Hij sloeg blijkbaar zo door dat zij bij zichzelf dacht: this Caroline must be an angel.
We kookten en zaten met 15 man aan de dis. Heerlijk. Ik ben geboren voor het weeshuis. Op het dakterras keken we naar de lichten van de stad, en liet de Robert me prachtige muziek horen en vierden we Kadrin's verjaardag.
Daarna dreef ik af. Heerlijk in mijn eentje. Ik lag en zat veel in bermen, voor vergezichten. Na Rabanal del camino - waar ik twee kettingen kocht in een stalletje aan de straat. Ze lagen voor het grijpen en je mocht zelf de prijs bepalen - besloot een deel van de groep te blijven.
Ik liep door. De beste beslissing. Het pad steeg naar het hoogste punt van de camino, 1500 meter, er lag sneeuw. Het was geweldig. De bergen, het uitzicht, er was hagel gecombineerd met zon, het alleen zijn. Alles. Elke minuut was goed.
Ik schreeuwde over het dal. Ik leef! En toen nog eens. Nog harder. I'm alive!
De herberg was de gezelligste tot nu toe. Tafels, een groot haardvuur, lekkere stoelen, en Aldis, die ik nog niet kende, die 'Welcome home' zei toen ik binnen kwam, Manuel, de herbergier die paella voor ons maakte. Onder de douche gaf ik opeens oranje af. Het duurde even voor ik doorhad dat de kettingen smolten. Ze waren niet afgebakken. Donativo.
Vandaag 26. Forcebadon.
Nog: 233,5 te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten