Terwijl ik in de boot aan het puinruimen ben, is iemand anders buiten met hetzelfde bezig. Maar dan telefonisch.
Schelle vrouwenstem. Het schalt over de gracht. Ik zit binnen en na een minuut of zeven begin ik mee te typen. Veel hoef je als schrijver niet te verzinnen.
'Ik word de hele tijd als de boeman afgeschilderd. Ik heb het vier keer gehoord. Dat ik de verwende prinses was. Zaterdag heb ik het ook gehoord, gisteren, vandaag heb ik het ook gehoord. Jij moet mij vertellen wat je normaal gedrag vindt. Ik heb je gevraagd wat je wilde. Zal ik voor je koken? Zullen we naar de Bijenkorf?
Nee! Jij zegt tegen mij dat ik drie dagen heb lopen verstieren.
De hele tijd dat gezeik over geld. Ik ben dat zo zat. Ik ben dat zo zat. Nee, ik heb dat niet tegen jou gezegd. Nee hoor. Jij zegt tegen mij dat ik dat niet mag doen: oude koeien uit de sloot halen en nu doe jij het. Ik neem alleen het tijdsbestek van dit weekend. Want ik ben dit wekend niet verwend geweest en dat weet jij dondersgoed. Ik ben dat niet geweest!
Nee!
Ik heb jou godverdomme hondervijfentwintig euro gegeven, terwijl jij dat niet eens meer weet. Dat vind ik verwend gedrag. Dat je dat niet meer weet. Ik heb gezegd: wat hebben we lekker gegeten. Moet jij dan werkelijk horen dank je wel, lieve schat?'
De overbootburen proberen haar aandacht te vangen. Het lukt niet. Ze overstemd alles. De buren roepen en zwaaien. En geven op.
'En weet je wat veel erger is. Dat ik dondersgoed weet hoe jij bent. En als jij echt zo rijk was... Ik doe het voor jou. Ik wil niet dat jij schulden hebt. Ik doe het voor jou. Dat jij dat hebt. Omdat ik weet dat je het leuk vindt.
Wat doe ik dan volgens jou, met verwend gedrag?
Ja, maar jij blijft continu doen alsof ik jou helemaal leegtrek. Maar wat dan? Ja, dat doe je wel met verwend en verwaand en prinsessengedrag. Ja, maar waarin dan? Waarin? Maar hoe presenteer ik me dan?
Maar ik koop het toch ook allemaal zelf van mijn eigen geld. En nogmaals. Ik kan dat toch ook. Gewoon zelf. Die spullen. Die koop ik toch zelf. Waarin vind jij mij dan verwend?
En hoe doe ik dat dan?
Maar dat heb ik al vanmorgen aan jou proberen uit te leggen, dat ik binnen 2 seconden weet of jij in je hum bent. Dat merk ik aan je antwoord. En dat vind jij heel arrogant gedrag. Maar weet je wat het ook is... ja, jij weet toch altijd alles beter.
Maar jij hebt nou ook nooit, dan ook nooit het idee dat ik jou ook heel erg heb geholpen overal in. Wat ik heel erg normaal vind. Je hoeft mij daar niet voor te bedanken, want ik vind dat heel erg normaal.
Jij bent net zo verwend als ik. Jawel. Nee, maar ik word de hele tijd als verwend afgeschilderd. En daar ben ik zo klaar mee. Zo klaar!
Ja, maar ook door jou, want jij werkt daar ook aan mee. Dat ik de hele tijd als een fucking geldwolf word afgeschilderd en die fucking tweehonderd euro van jou hoef ik niet. Ik kan zelf wel paprika kopen. Ik vind dat niet verwend gedrag, ik betaal gewoon mee aan de fucking huur. Ik betaal mijn eigen kleren, mijn eigen tas en mijn crème en mijn make-up, alles koop ik zelf, dus ik hoef dat niet van jou. En dat jij na vijf jaar nog steeds vindt dat ik verwend ben, terwijl ik al vijf jaar met je ben. Maar ik koop geen schoenen van 1000 euro.
Ik begrijp niet waar iedereen het vandaan haalt dat ik op andermans geld uit ben. Ik krijg helemaal niets. Alleen van mijn moeder. Ik weet niet waar mensen het vandaan halen. Dat ik elke maand moet zeggen dank je wel hiervoor.
Daar gaat het nu toch om?'
Ik stap mijn terras op. Het beeld is meer dan schitterend. Een hoogblonde jonge vrouw in een knalgele trui staat met een glas wijn en een sigaret in dezelfde hand tegen een auto geleund. Ze neemt een relaxte slok. Ze heeft vaker met dit bijltje gehakt.
'Mevrouw... mevrouw...'
Uiteindelijk hoort ze me.
'Iedereen geniet mee.'
Ze knikt, lacht even de vrouwen-onder-elkaarlach, en dempt haar volume. Ik vind haar sympathiek. En schaam me over het opschrijven van dit alles. Als gewetensussertje vertel ik mezelf dat ik de foto die ik nam ook had kunnen publiceren...