Vandaag ga ik serieus nadenken over mijn toekomst. Richting. Of beiden.
Dat moet. Van de man die ons gaat vertellen dat we zichtbaar moeten zijn, en daarna hoe dat in zijn werk gaat en ook nog eens op welke manier.
Ik weet niet precies of ik dat wil. Maar daar ligt juist het probleem begrijp ik.
Website. Is er niet.
Visitekaartjes. Zijn er niet.
Intentie. Is er. Maar waar? Of liever: aan welke was ik nu ook al weer begonnen?
Misschien moet ik eens grondig nadenken over alle clubjes, activiteiten, ondernemingen waar ik zo nodig aan mee moet doen om dan wederom te horen dat het anders moet, waar ik dan instemmend op kan knikken.
Vandaag heb ik overigens ook onder begeleiding kunnen constateren dat deze methode een herhaling is. En dan niet per se van het goede.
01-02-2010
Wie wat waar wanneer en waarom
'Ik leef,' zegt de tv tegen mij terwijl ik probeer zin te geven aan woorden.
'Het kan me niet schelen wie op me stemt,' beweert de man met rood haar, weggeveegd achter de oren.
TV aan gedachten uit.
De wees:
-weten niet wankelen
-willen niet wensen
-wonen niet wiebelen
Welkom was het codewoord.
'Het kan me niet schelen wie op me stemt,' beweert de man met rood haar, weggeveegd achter de oren.
TV aan gedachten uit.
De wees:
-weten niet wankelen
-willen niet wensen
-wonen niet wiebelen
Welkom was het codewoord.
Mooi afmaken
E blogt. Elke dag. Ik heb per ongeluk ontdekt dat ze mij gebruikt. Mijn missers dan.
Tijdens de wijn op het terras vertelde ik in een vlaag van destructieve openheid dat ik me altijd eerst moet invechten bij haar. Zeker een half uur. Dat heeft ze geblogd. Inclusief mijn vertraagde conclusie dat ik dat natuurlijk nooit had moeten vertellen. Dus pas ik op mijn woorden. Maar niet genoeg, want ik vertel het haar. Dat ik oppas.
'Maar ik schrijf altijd over jou als ik je heb gezien.'
Dat moet ik even laten bezinken.
'Je maakt het ook zo mooi af,' zegt ze.
Ik laat het tot mij doordringen. Ik maak zo mooi af. Dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd. Ergens verlaat ik vrolijk het terras.
Tijdens de wijn op het terras vertelde ik in een vlaag van destructieve openheid dat ik me altijd eerst moet invechten bij haar. Zeker een half uur. Dat heeft ze geblogd. Inclusief mijn vertraagde conclusie dat ik dat natuurlijk nooit had moeten vertellen. Dus pas ik op mijn woorden. Maar niet genoeg, want ik vertel het haar. Dat ik oppas.
'Maar ik schrijf altijd over jou als ik je heb gezien.'
Dat moet ik even laten bezinken.
'Je maakt het ook zo mooi af,' zegt ze.
Ik laat het tot mij doordringen. Ik maak zo mooi af. Dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd. Ergens verlaat ik vrolijk het terras.
Nooit en opeens nu
Ik wilde geen blog. Nooit. Waarom zou ik.
Ik heb er twee. Sinds gisteren.
En dan heb ik er gelukkig weer een probleem bij. Van nooit willen bloggen naar niet weten welke ik zal kiezen.
Het leven blijft mooi.
Abonneren op:
Posts (Atom)