De boksleraar zei dat ik met hem de ring in moest, terwijl er 20 mannen aan de warming up bezig waren. Hij was niet het vriendelijke type.
Hij deed het voor. Ik deed het na. Maar hij stopte me telkens na twee klappen al.
'Je houdt je adem in. Door.'
Klap klap.
'Stop maar. Kin op je borst.'
Klap
'Stop. Je hand naast je kin.'
Kl
'Je ademt niet!'
Klap klap
'Je moet instappen!
IN-STAP-PEN!
Kl
'Hand naast je hoofd!'
Toen raakte ik geïrriteerd.
Links, rechts, links, rechts, rechts! Bam, bam, bam! Hij zei niks meer. Ergens in mijn achterhoofd had ik het gevoel dat hij dit misschien expres deed, maar ik hou er niet van. Ik gedij meer in een vriendelijke aanpak. Ik moest de ring uit. Meedoen met de mannen.
Ik nam me voor nooit meer terug te komen. Ik moest nog anderhalf uur (echt, zo'n les duurt 2 uur).
Maar de mannen waren schatjes. We moesten elkaar om de beurt verrot slaan in groepjes van drie. Elke keer een andere oefening, elke keer twee andere mannen. Als ik het niet meteen oppikte, legden ze het rustig uit en als ik moest verdedigen: Links, rechts, hoek, hoek, lever, kin, dan deden ze zo voorzichtig dat ik mijn lever op tijd kon beschermen.
Ik kreeg er lol in. Sloeg. Steeds harder. 'Auw!' brulde de man van 1.90 en hield zijn handschoen voor zijn gezicht. Ik schrok me rot.
Hij lag dubbel.
Dacht ik echt even 1 seconde dat ik een natuurtalent was.
'Dus jij werd vanmorgen wakker en je dacht: kom, ik ga es boksen?' werd me na afloop gevraagd.
En buiten was een man die in de les nog een staartje had, getransformeerd naar een nerd met bril en haar tot zijn schouders. 'Zien we je weer?'
Ja. Ze zouden me weer zien. Ik kan niet tegen geweld op tv, maar mijn linkse is fenomenaal te noemen. De spierpijn die ik meteen na de les al voelde opkomen ook.
Hij deed het voor. Ik deed het na. Maar hij stopte me telkens na twee klappen al.
'Je houdt je adem in. Door.'
Klap klap.
'Stop maar. Kin op je borst.'
Klap
'Stop. Je hand naast je kin.'
Kl
'Je ademt niet!'
Klap klap
'Je moet instappen!
IN-STAP-PEN!
Kl
'Hand naast je hoofd!'
Toen raakte ik geïrriteerd.
Links, rechts, links, rechts, rechts! Bam, bam, bam! Hij zei niks meer. Ergens in mijn achterhoofd had ik het gevoel dat hij dit misschien expres deed, maar ik hou er niet van. Ik gedij meer in een vriendelijke aanpak. Ik moest de ring uit. Meedoen met de mannen.
Ik nam me voor nooit meer terug te komen. Ik moest nog anderhalf uur (echt, zo'n les duurt 2 uur).
Maar de mannen waren schatjes. We moesten elkaar om de beurt verrot slaan in groepjes van drie. Elke keer een andere oefening, elke keer twee andere mannen. Als ik het niet meteen oppikte, legden ze het rustig uit en als ik moest verdedigen: Links, rechts, hoek, hoek, lever, kin, dan deden ze zo voorzichtig dat ik mijn lever op tijd kon beschermen.
Ik kreeg er lol in. Sloeg. Steeds harder. 'Auw!' brulde de man van 1.90 en hield zijn handschoen voor zijn gezicht. Ik schrok me rot.
Hij lag dubbel.
Dacht ik echt even 1 seconde dat ik een natuurtalent was.
'Dus jij werd vanmorgen wakker en je dacht: kom, ik ga es boksen?' werd me na afloop gevraagd.
En buiten was een man die in de les nog een staartje had, getransformeerd naar een nerd met bril en haar tot zijn schouders. 'Zien we je weer?'
Ja. Ze zouden me weer zien. Ik kan niet tegen geweld op tv, maar mijn linkse is fenomenaal te noemen. De spierpijn die ik meteen na de les al voelde opkomen ook.