Toen wij na zes uur wachten aan de beurt waren, werd er een hotel geboekt. Maar voor eten was het te laat. Ook geen kleine snack. En de drank moesten we zelf betalen, tenminste, als de bar überhaupt nog open was.
Tientallen keren in gedachten herhalend dat het niet hun schuld was, bleef ik rustig, papte aan met een medeslachtoffer, een knappe lange Italiaan, zorgde ervoor dat hij met ons de taxi nam, het hotel met ons deelde en de volgende dag ook met ons zou meereizen naar Amsterdam. Het maakte de boel er wel een stuk vrolijker op.
In het hotel bleek er toch nog wijn geschonken te worden. We haalden de proviand die Broh had gevonden in de prullenbak op het vliegveld tevoorschijn en aten sandwiches. Dit klinkt onverschrokkener dan het was. Broh was blij met zijn schat en ik achterdochtig. Maar hij overtuigde me door de laten zien dat de kazen nog in de verpakking zaten, het stokbrood ook, de tomaten waren evenmin aangebroken, dus uiteindelijk ging het ook bij mij door de ballotage, behalve het zwarte t-shirt dat er ook in zat. Mijn zwerversgenen zijn nog niet tot volle wasdom gekomen.
Ik sliep welgeteld 1 uur en om vijf uur vertrokken we weer om de trein naar Bordeaux te nemen en vanaf daar het vliegtuig. De trein kreeg anderhalf uur vertraging, wij hadden 40 minuten om van het station naar het vliegveld te komen. We besloten dat het de moeite van het proberen waard was -EasyJet=vertraging - kwamen de hal ingevlogen, smeten onze rugzakken op de band en kregen op ons kop over het feit dat we zo laat waren. Toen trok de mooie Italiaan zijn mond open. In vloeiend Frans. Dat was niet mis te verstaan. Het rumoer vanachter de counter hield onmiddellijk op. Ze checkten 1 koffer gratis voor hem in.
We haalden opgelucht adem. De mannen gingen even rustig een sigaretje roken, het vliegtuig was toch vertraagd (onze redding), maar toen ik door de douane ging wilden ze mij er niet meer doorlaten omdat ik te laat was.
Toen werd mijn Frans vloeiend.