06-04-2014

Einde van de wereld

We liepen met zijn allen naar het einde van de wereld. Dat was nog zo'n 3 km. Daar stond een vuurtoren. Er lagen oude schoenen tussen de rotsen. Het was heel erg mistig, we konden alleen de rand van het pad zien. Geen horizon te bekennen.
Met David en Stan ging ik steeds verder over de rotsen naar beneden. Het werd steiler en steiler. Het waaide enorm, de avond viel. De mannen wilden helemaal tot de zee, ik wilde ook wel, maar niet zo erg dat ik mijn enkels verder wilde verpesten. Dus bleef ik zitten.


Na een tijdje hoorde ik ze brullen. Ze hadden het echte einde bereikt. Ik zat daar heerlijk in de mist en  een groep geiten hield me gezelschap. Het duurde best lang voor ze kwamen, maar ik dacht dat het beter was te blijven zitten - zodat ze wisten waar ik was - dan om zelf weer omhoog te gaan. Het was inmiddels donker.

Plotseling hoorde ik geschreeuw boven mij. Mijn naam werd tegen de wind in gebruld. Ik brulde terug, alleen hoorden ze me niet.
Blijkbaar waren ze erg ongerust, want de blijdschap me weer te zien was erg groot. David belde zijn vriendin om te zeggen dat ik terecht was. Terwijl ik helemaal niet kwijt was.

Ik leverde de mannen af in het dorp en nam een taxi naar de Wizzard en Maggie die een hotel met een jacuzzi hadden genomen. Het is dus of het simpele leven in een herberg of doorslaan naar de andere kant. Die twee uitersten bevallen me erg goed.
We pasten met z'n drieën in de jacuzzi, er was prosecco en ze hadden lekkere kazen en brood gekocht, wodka en water. De Wizzard en Maggie deden om de beurt een ritueel. Iets met doodgaan. Iets met helen. Maar ik lag zo lekker met mijn ogen dicht achterover in het warme water, dat het allemaal een beetje, of eigenlijk totaal, langs mij heenging. Miste ik toch net mijn eigen sterven.

Geen opmerkingen: