We gingen op weg naar het verre zuiden. Om middernacht hadden we behoefte aan een bed. Het eerste hotel vonden we pas om half 3 in de ochtend.
De man die buiten met vuilnis bezig was vertelde ons dat het vol was. Hij bleek de receptionist. Het slechte nieuws was dat het hotel aan de overkant ook vol was, maar even verderop waren nog kamers vrij. Als we even meeliepen dan tekende hij snel een plattegrond voor ons.
Op een minuscuul blaadje kwam een groot aantal rotondes te staan, met ingewikkelde pijlen en namen. Hij gaf het aan A.
Toen bedacht hij nog dat we zijn naam moesten noemen, dan kregen we een goede deal. Normaal was een kamer €84 en nu maar €51. Pascal pakte het blaadje weer terug, schreef zijn naam er voor de zekerheid bij, wij keken niet al te wakker, en knikte tevreden. Zijn goede daad van de nieuwe dag was gedaan.
In de auto twierelierde en tierlantijnde ik maar door over de vriendelijkheid van de man: wat een geluk, dat het nog bestond, wat ongelofelijk aardig al die moeite.
A zweeg en stopte bij het hotel er tegenover dat volgens onze weldoener ook tot de nok toe vol zat. Het was nog niet eens voor de helft gevuld.
'Gewoon een deal,' zei A.
Ik twijfelde tussen het verliezen van mijn geloof in de mensheid en het verachten van mijn eigen naïviteit. Maar het was te laat voor een goed onderbouwde keuze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten