Soms worden gesprekken in de trein op zo'n indringende manier gevoerd dat je wel moet luisteren.
Moeder, rood geverfd tegen puberzoon, buiten beeld.
'Als je je nu es volledig bewust werd van hoe je je voeten zet.'
Ik verwacht een zweverig vervolg met een mooie eindconclusie.
'Vooral op de fiets. Dan gaan ze es langer dan drie maanden mee. Ik koop se niet meer voor je. Ja, van de Action ken je se krijgen.'
'Ik krijg kleedgeld, koop ik se daarvan.'
'Dan ken je alleen maar schoene kopen.'
'Als je dat erg vindt, koop jij ze toch voor mij.'
'Je valt op die flappies. Knip je die er af, plak je op die van de Action. Zou ik dus doen.'
'Ik wil 't wel uns zien hoe creatief jij ben met die flappies.'
'Het is gewoon sonde om daarmee naar buiten te gaan, vind je niet? Die jongen kon het niet geloven dat die schoenen pas drie maanden oud waren. Ze stinken wel, zeg. Nou, kijk er nog es goed naar. Weet je hoe lang ik hiervoor moet werken?'
'Nee.'
'Zeker twee dagen.'
Hoe het afliep met de moeder, de zoon, de nieuwe schoenen en de flappies, weet ik niet. Maar ik had wel zo mijn ideeën. Daar werd ik niet vrolijk van. Ik dacht aan gevolgen die generaties lang steviger ingeplant worden.
Stel je voor hij krijgt een kind. Een kind dat ook schoenen nodig heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten