De maandag zette zich onverminderd voort. Ik besloot mijn laptop weer op te halen, via via kon iemand met verstand er naar kijken zodat ik hem niet twee weken kwijt zou zijn.
Er gloorde hoop.
Ik deed ik weet niet hoeveel schietgebedjes dat de laptop nog niet was opgestuurd.
Ik was op tijd.
Op de tuin vertelde de bouwer dat hij maar een halve dag kon, maar ook dat ik niet moest zeuren over het feit dat ze hadden gezegd dat alles woensdag zéker af zou zijn. Moest het nou goed of niet? Nou dan.
De incubatietijd van zijn opmerkingen was een kwartier. Toen ben ik er toch maar even op teruggekomen.
De discussie over of de verrotte platen buiten of binnen waren, zette zich onverminderd voort en tijdens een ronde om de afgetakelde boshut, prikte ik her en der door spaanplaat heen. Zonder kracht.
Toen was het een kwartier rustig.
Daarna bleek mijn aggregaat kapot - 'Als jij niet effe elk jaar dat ding laat lope, dan ken je erop wachte.' Vervolgens gingen de zonnepanelen op tilt omdat de bouwer probeerde 1800 volt te trekken, terwijl 800 het maximum was, bleef de man die om de hoek materialen moest halen voor het gemak helemaal weg en bereikte ik een waar-is-de-whiskystemming.
Toen was mijn karakter blijkbaar genoeg getest.
Icentre belde. Ik moest maar even langsfietsen dan kon hij laten zien hoe ik mijn backup-schijf aan de praat kon krijgen. Aan de balie vroeg hij niet waarom ik mijn laptop weer had opgehaald, maar waarom ik haast had. Ik vertelde hem over MacDowell. Hij ging nog wat proberen. Mijn harde schijf werd in een maagdelijk witte laptop gestopt. Het duurde eindeloos, maar hij startte op.
Hij vond het geen probleem dat ik met zwarte aardehanden het toetsenbord gebruikte om te zien of ik mijn documenten kon openen.
Het lukte.
Ik moest die laptop maar meenemen en begin april, als mijn hoofd wat leger was, de laptop weer terugbrengen - nee, hij wilde geen huur - en dan kon ik tegen die tijd wel bepalen wat ik met de gecrashte computer wilde doen.
Hij glimlachte toch nog bescheiden toen ik verklaarde dat hij - ondanks het feit dat het pas maart is - de man van het jaar was.
Wat kan een onbekende een andere onbekende toch intens gelukkig maken.
Er gloorde hoop.
Ik deed ik weet niet hoeveel schietgebedjes dat de laptop nog niet was opgestuurd.
Ik was op tijd.
Op de tuin vertelde de bouwer dat hij maar een halve dag kon, maar ook dat ik niet moest zeuren over het feit dat ze hadden gezegd dat alles woensdag zéker af zou zijn. Moest het nou goed of niet? Nou dan.
De incubatietijd van zijn opmerkingen was een kwartier. Toen ben ik er toch maar even op teruggekomen.
De discussie over of de verrotte platen buiten of binnen waren, zette zich onverminderd voort en tijdens een ronde om de afgetakelde boshut, prikte ik her en der door spaanplaat heen. Zonder kracht.
Toen was het een kwartier rustig.
Daarna bleek mijn aggregaat kapot - 'Als jij niet effe elk jaar dat ding laat lope, dan ken je erop wachte.' Vervolgens gingen de zonnepanelen op tilt omdat de bouwer probeerde 1800 volt te trekken, terwijl 800 het maximum was, bleef de man die om de hoek materialen moest halen voor het gemak helemaal weg en bereikte ik een waar-is-de-whiskystemming.
Toen was mijn karakter blijkbaar genoeg getest.
Icentre belde. Ik moest maar even langsfietsen dan kon hij laten zien hoe ik mijn backup-schijf aan de praat kon krijgen. Aan de balie vroeg hij niet waarom ik mijn laptop weer had opgehaald, maar waarom ik haast had. Ik vertelde hem over MacDowell. Hij ging nog wat proberen. Mijn harde schijf werd in een maagdelijk witte laptop gestopt. Het duurde eindeloos, maar hij startte op.
Hij vond het geen probleem dat ik met zwarte aardehanden het toetsenbord gebruikte om te zien of ik mijn documenten kon openen.
Het lukte.
Ik moest die laptop maar meenemen en begin april, als mijn hoofd wat leger was, de laptop weer terugbrengen - nee, hij wilde geen huur - en dan kon ik tegen die tijd wel bepalen wat ik met de gecrashte computer wilde doen.
Hij glimlachte toch nog bescheiden toen ik verklaarde dat hij - ondanks het feit dat het pas maart is - de man van het jaar was.
Wat kan een onbekende een andere onbekende toch intens gelukkig maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten