04-08-2014

Peace

Broh had zich er al eindeloos op voorbereid. Hij moest naar Wales. Twee liften waren hem beloofd en niet ingelost, maar deze keer zouden we de auto van Amanda lenen, die in Sidmouth zat.
Dotch en Twist wilden ons wel even brengen. Ergens einde ochtend. En daar hebben we erg lang op gewacht. Zo lang dat ik op een gegeven moment voorstelde om een aanrecht te bouwen. Dan kon er enigszins orde in de chaos komen. Er wonen acht mannen in het kamp, en het werd met groot enthousiasme ontvangen.
'We need a woman's touch.'
Seaweed en ik gingen aan het werk. Maar na nog geen 15 minuten wilde hij een tea break. Ik knal liever door tot ik niet meer kan, maar ala. Thee is altijd goed.


Hij had zoiets nog nooit gedaan, ik natuurlijk ook niet, maar volgens mij ging het van een leien dakje. Tot er weer pauze gehouden moest worden. We gingen weer door, tot de regenboog het werk verstoorde. Zo ging dat maar door. Elke keer pauze.
Seaweed: 'Today we have a wonderful kitchen. Or tomorrow...'
Je bent een hippie of je bent het niet. Maar ik haakte daardoor wel af. Wat niet erg was, want toen ging John zich ermee bemoeien en kregen zij ruzie.
Hippies maken nooit ruzie. 


Wij vertrokken uiteindelijk om acht uur 's avonds naar de kust. Werden opgewacht door Amanda die ons illegaal het festivalterrein op loodste. Ik weet niet precies wat er gebeurde, maar zij wilde niet dat we naar de muziek gingen omdat we geen toegangsbandjes hadden, en er was ook iets met de verzekering van haar auto, waardoor wij die opeens niet zouden kunnen lenen. Hele missie voor niets. Broh razend. Had ik nog nooit gezien.
Hippies maken nooit ruzie.

Hij sleurde mij en onze bagage mee naar de feesttent. Wat betekende dat we onze slaapplek kwijt waren. Intussen was het drie uur en ik zo kapot dat ik achter een feesttent de slaapzak uitrolde, paraplu over me heen omdat het regende en heel prettig half slapend naar de muziek luisterde die uit die tent kwam, tot er met een zaklantaarn in mijn gezicht werd geschenen.
Bewaking. Of ze mijn polsbandje mochten zien. Dat mocht wel, maar het kon niet. Toen moest ik het terrein onmiddellijk verlaten. Wilde ik best, maar niet zonder Broh die nog steeds vrienden aan het maken was. Ik vertelde dat we moesten gaan, hij met de bewaking in discussie, hielp niet, ook goed - 'We are all one, there is no separation' - maar er moest wel nog even wat energie doorgegeven worden. Hij liet hij allerlei mensen handen vast houden en ingewikkelde patronen maken. Intussen stond ik naast twee bewakers te wachten en me te verbazen over hun geduld. En over het feit dat ik ergens illegaal was, gesnapt en er uitgezet werd.
Voor alles een eerste keer.

Toen we eindelijk buiten het hek gezet waren, bedacht Broh, inmiddels echt heel erg dronken, dat hij zijn sigaretten nog binnen had liggen. Ik ging maar weer liggen, ik weet intussen wel hoe lang dat soort missies duren. Het duurde.
Toen moesten we een bed zien te vinden, maar het was half vier, wat het strand een goede optie maakte, ware het niet dat het volgens Broh ging regenen. Wat klopte.
We eindigden voor een stationsgebouw onder een afdak. Op asfalt. Ik weet dat je daar als hippie je hand niet voor omdraait, maar ik deed echt geen oog dicht, terwijl Broh lekker lag te snurken.


De volgende ochtend werden we weggejaagd - ook voor de eerste keer - door een mevrouw, die not amused was. En toen ik rechtop ging zitten, totaal gebroken van het asfalt zag ik de auto staan.
Broh was nog dronken, anders had hij zeker gezegd: 'Miracles ahead, Wizzardess.'

Geen opmerkingen: