We reden steeds dieper het land in. Glastonbury zou het worden. Mooi, dan wist ik dat in ieder geval. Verder vroeg ik niet naar hoe de situatie zou zijn omdat ik onderweg plotseling ontdekte hoe leuk het is om echt totaal geen idee te hebben waar je terecht komt. Ik bekeek de behoefte aan, op zijn minst, wat vage contouren.
Eerst belandde ik in het huis van een dealer. De aardige soort. We kwamen aan een tafel met 1 kaars terecht, waarom heen vier muzikanten zaten te blowen. De ley lines komen daar in de tuin bij elkaar. Of de hartchakra's van de aarde, daar wil ik even van af zijn, ik was inmiddels ook best moe, maar het straalde daar in ieder geval van alles naar boven.
Broh 'conecte' natuurlijk meteen met iedereen en ik vermaakte me met het bestuderen van de mensen. Twist was in ieder geval totaal out, onaanspreekbaar dronken en stoned, maar had nog een geanimeerd gesprek met de hoofddealer.
Het laatste stuk reed Twist. Ik bleef weer rustig achterin. Misschien iets minder rustig dan tijdens Broh, maar toch. Toen we een aantal keer in een greppel dreigden te eindigen, haalde ik maar eens diep adem. Precies op het moment dat ik overtuigd was dat we weer in de berm zouden eindigen, maar dit keer eerst tegen een auto aan zouden knallen, bleek het daar te zijn. Het kamp.
Er stond een vervallen caravan, er waren tenten, een kampvuur. Het geheel was opgezet naast een rivier, al kon ik die op dat moment niet zien.
Thuis had ik nog met een flesje desinfecteer in mijn handen gestaan en gedacht dat ik dat niet nodig zou hebben. Tja.
In deze tijd, of bij deze mensen kan ik misschien beter zeggen, is voorstellen 1x gekust worden en dan omhelst. Dus werd ik even rondgedeeld.
Het werd kampvuurzitten rond de White man's fire en kijken naar John die met vuurstokken stond te zwaaien. Het zag er schitterend uit. De donkere nacht, het kampvuur en iets verderop een man die verlicht wordt door vuur wat hij zelf keihard in de rondte ziept en zwaait.
We liepen even naar de auto waar de Sandy zat. Hij was aan het mopperen over de wereld, over de mensen. Hij ging terug naar Bhutan. Dan zou hij zorgen dat het geheel werd afgesloten want de mensen buiten Bhutan waren greedy. Toen hield hij een schitterende pentekening omhoog. Hij had vroegen LP's geïllustreerd van Bob Marley en weet ik veel wat voor beroemde mensen nog meer.
Hij keek me plotseling aan.
'Tomorrow your face will pop up to me and you will appear in a drawing.'
De Jenever werd gewaardeerd en ging rond. Er werd ruzie gemaakt, dronken achterover gevallen, thee gezet, plannen gemaakt en weer vooruitgeschoven en gestaard.
Uiteindelijk kwam ik bij Broh in een tent terecht. Maar dat ding was zo klein dat ik niet gestrekt kon liggen en Broh absoluut het muskietengaas dicht wilde hebben, zodat ik niet met mijn hoofd wat naar buiten steken. Er waren geen luchtbedden, een paar vage, onvoelbare doeken onder ons. En hier en daar een laken, dat een gordijn blijkt te zijn.
Het was een interessante nacht.
Broh zei vanmorgen dat ik altijd nog de hangmat in kon, mocht ik dat willen.
Eerst belandde ik in het huis van een dealer. De aardige soort. We kwamen aan een tafel met 1 kaars terecht, waarom heen vier muzikanten zaten te blowen. De ley lines komen daar in de tuin bij elkaar. Of de hartchakra's van de aarde, daar wil ik even van af zijn, ik was inmiddels ook best moe, maar het straalde daar in ieder geval van alles naar boven.
Broh 'conecte' natuurlijk meteen met iedereen en ik vermaakte me met het bestuderen van de mensen. Twist was in ieder geval totaal out, onaanspreekbaar dronken en stoned, maar had nog een geanimeerd gesprek met de hoofddealer.
Het laatste stuk reed Twist. Ik bleef weer rustig achterin. Misschien iets minder rustig dan tijdens Broh, maar toch. Toen we een aantal keer in een greppel dreigden te eindigen, haalde ik maar eens diep adem. Precies op het moment dat ik overtuigd was dat we weer in de berm zouden eindigen, maar dit keer eerst tegen een auto aan zouden knallen, bleek het daar te zijn. Het kamp.
Er stond een vervallen caravan, er waren tenten, een kampvuur. Het geheel was opgezet naast een rivier, al kon ik die op dat moment niet zien.
Thuis had ik nog met een flesje desinfecteer in mijn handen gestaan en gedacht dat ik dat niet nodig zou hebben. Tja.
In deze tijd, of bij deze mensen kan ik misschien beter zeggen, is voorstellen 1x gekust worden en dan omhelst. Dus werd ik even rondgedeeld.
Het werd kampvuurzitten rond de White man's fire en kijken naar John die met vuurstokken stond te zwaaien. Het zag er schitterend uit. De donkere nacht, het kampvuur en iets verderop een man die verlicht wordt door vuur wat hij zelf keihard in de rondte ziept en zwaait.
We liepen even naar de auto waar de Sandy zat. Hij was aan het mopperen over de wereld, over de mensen. Hij ging terug naar Bhutan. Dan zou hij zorgen dat het geheel werd afgesloten want de mensen buiten Bhutan waren greedy. Toen hield hij een schitterende pentekening omhoog. Hij had vroegen LP's geïllustreerd van Bob Marley en weet ik veel wat voor beroemde mensen nog meer.
Hij keek me plotseling aan.
'Tomorrow your face will pop up to me and you will appear in a drawing.'
De Jenever werd gewaardeerd en ging rond. Er werd ruzie gemaakt, dronken achterover gevallen, thee gezet, plannen gemaakt en weer vooruitgeschoven en gestaard.
Uiteindelijk kwam ik bij Broh in een tent terecht. Maar dat ding was zo klein dat ik niet gestrekt kon liggen en Broh absoluut het muskietengaas dicht wilde hebben, zodat ik niet met mijn hoofd wat naar buiten steken. Er waren geen luchtbedden, een paar vage, onvoelbare doeken onder ons. En hier en daar een laken, dat een gordijn blijkt te zijn.
Het was een interessante nacht.
Broh zei vanmorgen dat ik altijd nog de hangmat in kon, mocht ik dat willen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten