Voor een gegarandeerd slechte bui, kun je ook gewoon naar de apotheker hier op de hoek gaan. Ze zijn langzaam. Dat zijn ze allemaal. Ze zijn onvriendelijk. Ook allemaal. Zelfs als je de enige in die hele verdomde apotheek bent, doe je er nog minimaal vijftien minuten over. Ik ben gaan klokken. Het is jammer genoeg niet overdreven.
De vrouw die er vandaag staat is de ergste. Omdat iedereen op een gegeven moment chagrijnig in die ruimte staat, voelt zij zich geroepen af en toe kwaadaardig op te kijken, alsof wij haar met z'n allen heel erg storen.
De apotheek staat vol. De man die geholpen wordt stelt voor later terug te komen. Daar reageert ze niet op. Hij herhaalt zijn voorstel. Ze wacht nog even een minuut, zodat iedereen denkt dat hij weer geen antwoord zal krijgen. Ze reageert. Zuchtend. Dat hij dat dan maar moet doen. Het is heel duidelijk de schuld van die man dat de benodigde ingrediƫnten niet in huis aanwezig zijn en dat zij zo lang in haar computer moet zoeken.
Mijn recept is gefaxt. Ze gelooft niet dat dat is gedaan. Toch is het waar. Ik moet mijn dokter als bewijs opvoeren. Ze accepteert het maar nauwelijks. Bij gratie gods mag ik wachten. Het liefst zou ze zien dat ik dat op mijn knieƫn deed.
Dan is de moeder aan de beurt met het recept voor een nieuw kind, maar dat kind moet ingeschreven worden. Intussen heeft de assistent de medicijnen al klaar liggen boven aan het trapje. Ik hoop voor mij. 'Wachter' wordt er geroepen. Gewoonlijk is dat dan diegene die uit zijn lijden wordt verlost. Nee hoor. Ze gaat eerst rustig dat hele nieuwe leven zitten invoeren.
De stemming in de ruimte wordt sterker, dus haar blikken ook.
Er komt nog een wachter erbij. Maakt allemaal niets uit. En nog eentje. Typerdetype, typerdetype. Dan pas beweegt ze langzaam naar het trapje.
'En voor Ligthart?'
'Die zijn besteld.'
Morgen terugkomen. Hoera.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten