Het uitzicht over de houthavens was fenomenaal.
Het publiek zat in de huiskamer van Porgy Franssen en hij speelde de sterren van de hemel, die zich op dat moment op ooghoogte bevond, boven het IJ.
Een monoloog van Baricco, die onvoorstelbaar mooi schrijft. Maar het mooiste moment zat verscholen tussen de woorden.
Niemand kuchte, niemand verschoof. We zaten in een doodse stilte, waarin het leven werd samengebald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten