28-01-2012

Manieren

Schuin tegenover mij lag een mooie engel. Ze was 85 en lag net met haar hoofd boven de lakens uit te verdrinken in dat grote bed.
Ze had diverse complicaties achter de rug, maar bleef maar lief meewerken met de verpleging. Alles was goed. Alles werd geprobeerd.
Af en toe stak ze haar hand boven het laken uit om naar mij te wuiven. Dat waren de mooiste momenten van mijn dag.

Op een gegeven moment zat ze even in de stoel naast haar bed en kwam er een dokter half achter haar staan. Hij deed geen moeite om even voor haar te gaan zitten. Het was bezoekuur. De kamer was overvol. En hij balkte eruit dat ze nog een keer geopereerd moest worden. Geen inleiding. Alle heftige informatie werd zo in haar nek gekotst. In de kamer was het doodstil geworden. Toen verdween hij weer. Hij had nog geen drie minuten nodig gehad.

Toen ik het ziekenhuis mocht verlaten kwam ik hem tegen in de gang. En nu heb ik zo'n enorme spijt dat ik hem niet heb verteld dat het volgens mij op heel veel andere manieren kan.
Een ervan is een menselijke.

Geen opmerkingen: