Het was kolkend heet in de berging op de zolder van de schilder. Ik hoopte dat hij mijn hoofd niet glimmend zou vastleggen. Ik zat braaf met mijn lippen iets gekruld anderhalf uur naar hem te staren. De vraag wie kijkt naar wie drong zich op.
Het raam stond open en vanaf een balkon verderop werd geschreeuwd. 'Hé, schildertje!'
De schilder constateerde droog: 'Jaloers.' En:'We moeten dat naaktschilderen voorlopig maar achterwege laten.'
Ik bleef keurig in dezelfde positie zitten en had natuurlijk geen zicht op het doek en al die tijd kon ik me een beeld vormen van mijn hoofd op het canvas. Dat dat een ander beeld was dan de werkelijkheid verbaasde niemand.
Het raam stond open en vanaf een balkon verderop werd geschreeuwd. 'Hé, schildertje!'
De schilder constateerde droog: 'Jaloers.' En:'We moeten dat naaktschilderen voorlopig maar achterwege laten.'
Ik bleef keurig in dezelfde positie zitten en had natuurlijk geen zicht op het doek en al die tijd kon ik me een beeld vormen van mijn hoofd op het canvas. Dat dat een ander beeld was dan de werkelijkheid verbaasde niemand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten