Ik laadde de auto tot de nok met oude deuren, hardboard, douchebak, bitumen en andere ellende en bracht het naar de vuilstort (dat was eigenlijk al best zwaar), en ging toen heel optimistisch naar J die 60 stoeptegels had die hij graag kwijt wilde.
Dat kon niet in één keer in de auto.
Bij de tuin stapelde ik alle 30 tegels tegelijk op mijn kar, denkende dat zo'n tegel ongeveer 5 kg woog en kreeg de kar nauwelijks vooruit. Het is zo'n 5 minuten lopen naar mijn huisje. Ik werd gek. Maar toen wist ik nog niet wat er allemaal zou komen. En ook nog niet dat één tegel 10 kilo weegt.
Ik reisde wederom af naar J, die inmiddels zelf gevlogen was, dus niet meer kon helpen, en laadde de overgebleven 300 kilo in. Toen ik bij de tuin was aangekomen en halverwege mijn tegelexpeditie was, belde de transporteur van mijn schuur. Hij zou binnen een kwartier bij mij zijn.
Inmiddels was ik al zo depressief geworden, waar de sneeuw vrolijk zijn of haar deel aan had, en belde ik uiteindelijk E (liever eerst zelf doodgaan dan hulp vragen) dat ik het niet alleen af kon. Hij zou komen zodra dat mogelijk was.
Wijs geworden laadde ik die 300 kilo niet meer op één kar, maar verdeelde de boel. Ik was ongeveer 200 meter op weg toen de schuur aankwam. Die kon niet door het grote hek omdat ik daar geen sleutel van heb. Precies 15 minuten daarvoor was de laatste die daar wel over beschikte naar huis gegaan. Dat betekende dat J (een andere) niet met zijn steekwagen de schuur naar mijn huisje kon rijden.
J2 was een schat, net zoals J1 overigens, hij mat de boel op, het kon echt op de centimeter door het smalle hek ernaast en wat helemaal ongelofelijk was, is dat hij dat hele gevaarte samen met mij naar mijn huisje duwde, 'Anders zit jij er maar mee, en dat vind ik ook zo wat.'
De man kwam duidelijk niet uit de Randstad.
Terwijl wij samen, hij hoefde niet meer naar de sportschool, en ik al helemaal niet, die kar voortduwden kwamen we mijn in de steek gelaten stoeptegelkarren tegen. Ik deed net of ze niet bestonden. Mijn rug was al niets meer.
E kon niet komen. Ik was buiten zinnen van desperaatheid. Maar dacht aan Expeditie Poolcirkel. Zij deden ik weet niet wat, en daar was dit nog een lachertje bij. Dus moest ik door. Maar...
Niemand die het zag. Niemand die mij kon vertellen hoeveel waardering hij had voor mijn doorzettingsvermogen. Voor mijn kracht. Voor mijn n'importe quoi.
Niemand die aan het einde stond te wachten met een beloning van 3000 euro of een comfortprijs zodat ik me in een gloeiend heet bubbelbad kon laten glijden terwijl de masseur al klaar stond.
Om 18.15 was ik dood. En eigenlijk ben ik dat nu nog steeds.
En nu ik deze foto zie, weet ik ook dat het niet 60 maar 67 tegels waren.
Zeventig fucking kilo's meer dan ik al dacht.
1 opmerking:
En ik maar denken dat de Tegels in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag zijn uitgereikt.
Een reactie posten