E nam me mee naar een festival en bood me een pilletje aan. Ik vertelde dat ik nogal a-typisch op dit soort zaken reageer, dus stelde hij een halve voor. Ik aarzelde wel, maar nam hem toch. Alles meemaken. Je bent schrijver of je bent het niet.
Binnen de kortste keren draaide de wereld, hing ik slap voorover, kreeg ik wegtrekkers en tussendoor ouwehoerde ik als een speedy junk met ontwenningsverschijnselen, terwijl in een ander gedeelte van mijn hoofd een kristalheldere geest commentaar leverde op de dingen die ik zei en deed.
'Je mag niet weggaan, niet weggaan hoor!' Je bent helemaal niet bang. Stel je niet aan.
'Je doet het goed, jij doet het héél goed.' Dat weet hij ook wel.
'Ik ben gek aan het worden.' Onzin.
'Ik weet dat ik raar praat, ik weet het, ik weet het.' Het is waarschijnlijk nog veel gestoorder dan je denkt.
E bleef godzijdank rustig, ondanks de andere helft die in zijn mik verdwenen was, en begeleidde me door deze moeizame uren.
Ik greep zijn handen en kneep ze fijn. Heel snel op en neer bewegend.
Hij klopte op mijn arm als ik out dreigde te gaan, zei: 'Hallo, ben je daar nog?' Ik was er nog, al wist ik zelf niet hoe. Op een gegeven moment in zo'n staat dat hij toch de EHBO erbij wilde halen. Maar gelukkig gedroeg ik me even in de richting van normaal zodat hij er weer vertrouwen in kreeg dat het vanzelf allemaal zou wegebben.
Het enige wat ik wilde was weg, ver weg van de muziek die keihard binnenkwam. Maar ik moest blijven zitten omdat ik anders door mijn benen zou zakken of flauw zou vallen. Die veronderstelling klopte wel, want toen ik eindelijk aan zijn arm mocht vertrekken, zakte ik vlak voor de auto in elkaar.
En nu maar hopen dat er in mijn volgende boek een junk voorkomt.
Binnen de kortste keren draaide de wereld, hing ik slap voorover, kreeg ik wegtrekkers en tussendoor ouwehoerde ik als een speedy junk met ontwenningsverschijnselen, terwijl in een ander gedeelte van mijn hoofd een kristalheldere geest commentaar leverde op de dingen die ik zei en deed.
'Je mag niet weggaan, niet weggaan hoor!' Je bent helemaal niet bang. Stel je niet aan.
'Je doet het goed, jij doet het héél goed.' Dat weet hij ook wel.
'Ik ben gek aan het worden.' Onzin.
'Ik weet dat ik raar praat, ik weet het, ik weet het.' Het is waarschijnlijk nog veel gestoorder dan je denkt.
E bleef godzijdank rustig, ondanks de andere helft die in zijn mik verdwenen was, en begeleidde me door deze moeizame uren.
Ik greep zijn handen en kneep ze fijn. Heel snel op en neer bewegend.
Hij klopte op mijn arm als ik out dreigde te gaan, zei: 'Hallo, ben je daar nog?' Ik was er nog, al wist ik zelf niet hoe. Op een gegeven moment in zo'n staat dat hij toch de EHBO erbij wilde halen. Maar gelukkig gedroeg ik me even in de richting van normaal zodat hij er weer vertrouwen in kreeg dat het vanzelf allemaal zou wegebben.
Het enige wat ik wilde was weg, ver weg van de muziek die keihard binnenkwam. Maar ik moest blijven zitten omdat ik anders door mijn benen zou zakken of flauw zou vallen. Die veronderstelling klopte wel, want toen ik eindelijk aan zijn arm mocht vertrekken, zakte ik vlak voor de auto in elkaar.
En nu maar hopen dat er in mijn volgende boek een junk voorkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten