Ik loop met de onwillige stappenteller in mijn zak terug naar huis met een vers gekochte gids over Santiago. Als ik over een van de smalle achteraf grachtjes loop - hoge bruggen, gele reflectie van de bladeren in het water - zie ik een man op een bankje zitten. Hij veegt met een zakdoek zijn ogen droog en zet zijn bril weer op.
Ik wil iets zeggen, maar ik weet niet wat. En durf het risico niet te nemen dat hij een eventuele bemoeienis vervelend vindt. Of dat hij gewoon allergisch is.
Maar het grootste obstakel is toch: wat kan je zeggen tegen een wildvreemde die het moeilijk heeft.
Zodra ik hem voorbij ben, weet ik het.
'Het komt misschien niet goed, maar het komt anders.'
Te laat.
Dan zeg ik het maar tegen mezelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten