We waren naar iets culturelerigs gegaan, B en ik. En B zat zich duidelijk stierlijk te vervelen, terwijl ik me vermaakte. Nog voor de pauze dacht ik dat ik moest beslissen of ik al dan niet wilde blijven, want ik was ervan overtuigd dat B, gezien het gedraai op haar stoel, weg zou gaan.
B ging en ik bleef, want ik vond het wel leuk.
Maar plotseling overviel het me weer: sociale angst. Als ik daar niemand had gekend, was er geen vuiltje aan de lucht geweest. Maar ik kende mensen. Sommigen een beetje, anderen iets meer, maar ze stonden in groepjes en hadden het leuk. En ik had geen zin in het meisje-met-de-zwavelstokjes-gevoel of kramp in mijn kaken van het aardig willen overkomen.
Op weg naar buiten raakte ik opeens in zo'n groepje verzeild, en dat was leuk. Maar toen had ik de beslissing al genomen, en dan kan een sociale angsthaas niet meer terug.
Van de conversatie die zich op de terugweg in mijn hoofd afspeelde kunt u zich vast wel een beeld vormen.
Het allervervelendste is natuurlijk dat ik dit allemaal niet kan opschrijven vanwege het schijthonk. Hoe geloofwaardig zou ik nog zijn, zeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten