B vervoert me van het theater naar het kabouterhuis. Achterop zitten vergt het ultieme vertrouwen en een bijbehorende overgave. Toch kan ik me niet onttrekken aan de hoop dat het allemaal goed zal gaan, en dat al mijn uitstekende ledematen aan het einde van de rit nog aanwezig zullen zijn.
B, die ook wel weet hoe het werkt, roept bij elke fietser: 'Benen aan de rechterkant!'
We halen een man in. Die kijkt eerst schichtig, bestudeert dan toch het geheel eens goed en mompelt meer voor zichzelf dan voor ons: 'Prachtige benen. Trouwens.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten