22-05-2012

Woordkeuze

Ik ken de cardioloog die belt niet, maar hij klinkt goed. Hij constateert droog dat hij geen idee heeft, zo door de telefoon. Ik zeg dat ik dat begrijp, maar dat ik geen afspraak mocht maken omdat zij allemaal vol zaten.

'Er bestaat ook zoiets als spoed.'
'Dat is dit niet.'
'U kunt ook altijd naar uw huisarts.'
'Daarvan denk ik altijd dat ze er net niet genoeg van af weten.'
'Dat valt mee hoor. Ze kunnen goed differentiëren of het pluis is of niet.'

Dat pluis in combinatie met differentiëren vind ik mooi. Dat meld ik hem.
Hij constateert dat het een electief gesprek is.
Ik kan hem niet blijven complimenteren.

Geen opmerkingen: