Ik ben nogal onder de indruk van de ijbeerman, ook al is hij 60, half kaal en niet heel erg groot. De ijsbeerman is een wat eigenzinnig type.
Ik bel hem op om te vragen of hij een gesprek met me wil voeren. Een gesprek wil hij niet, want dat kan dagen duren, maar een gericht interview wel. Prima. Maak ik er toch een interview van.
Eenmaal in het café zegt hij: 'You're so lucky that I sit here. I get this request nearly every day.'
Ik blijf stoïcijns, zoals dat hoort met dit soort mannen.
'Why did you say yes then?'
'Because you sounded so cheery.'
Aha! Dit wordt een goed gesprek, nee, interview.
Alles voor de film.
Hij wil zich echter niet laten vastleggen, ik moet bellen en dan zal hij wel zien of hij zin heeft om op te komen draven voor de opnamen.
Het commentaar is niet van de lucht. Hij is arrogant, doet net alsof hij het druk heeft, interessantdoenerij...
Daar kan ik inkomen, en ik ga onmiddellijk twijfelen aan mijn inschattingsvermogen. Ben ik te veel onder de indruk geraakt, zodat ik mijn professionele oog heb verloren? Is hij niet zo boeiend als ik denk? Spelen de hormonen een rol?
En toch, en toch... Hij heeft fantastische verhalen over zijn expedities en ijsbeer encounters. Goed voor de serie.
De ijsbeerman laat zich vangen. Hij komt op zijn fiets. Als de mannen één blik op hem werpen, hoor ik ze tegen elkaar zeggen dat het zo iemand is die je onmiddellijk doet realiseren dat je moet trainen, maar dat je tegelijkertijd beseft dat het niets gaat uithalen.
Ik haal opgelucht adem. Als zelfs de mannen onder de indruk zijn van mijn ijsbeerman, wat zou ik dan moeilijk doen als vrouw...
En ik heb zijn kaartje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten