18-06-2011

Reden

Ik fiets naar Noord en hoop dat precies tussen de buien door te kunnen doen. De standaard van mijn fiets knalt naar beneden, en alleen maar omdat ik gek word van het lawaai, stop ik om hem weer omhoog te doen, en vraag me af waarom dit gebeurt, wat op zich best een absurde vraag is.
Als ik een paar seconden daarna, nog niet op vaart, linksaf een tunneltje inga, rijd ik zacht genoeg om de oude man die midden op het fietspad loopt niet omver te rijden of een hartaanval te bezorgen.

Dat was een.

Door het oponthoud kwam ik voor de winkel waar ik moest zijn een leuke oud-collega van 15 jaar geleden tegen, die mijn voor- en achternaam wist, en ook nog eens mijn adres kon reproduceren. Indrukwekkend. 

Dat was twee.

Maar op de vraag waarom ik dan op de terugweg compleet en totaal moest natregenen, heb ik nog geen antwoord.