08-07-2014

Fightclub

Ik ging met B naar het Over het IJ Festival. De Club 3.0. Een absolute aanrader. Mocht je willen gaan, dan niet verder lezen. Dat verpest de voorstelling.
Ik had de voorstelling uitgezocht, maar had niet door dat het een participatievoorstelling was. Dat vertelde B, die de kaarten had besteld, me.
Ik had meteen minder zin.
We werden naar een enorme loods geleid en de voorstelling begon. Nog niks te participeren, dus prima. Toen werd er gevraagd wie er wilde vechten. Dat vond ik dan wel weer spannend. Maar ik bleef twijfelen. Ik had een jurkje aan. En zag al voor me dat als ik echt een beetje goed wilde vechten, ik met die jurk over mijn hoofd zou eindigen. Ik zag dat niet zo zitten. Dus bleef ik suf aan de kant.
B stak zijn hand op. De team-eer werd hooggehouden.
Er werden matten neergelegd en de koppels gingen om de beurt aan de gang. Het verschil kon niet groter zijn. B maakte er met zijn tegenstander een soort ballet van. Daarna kwamen de vrouwen, en die gooiden er actie en het echte vechten in. De vrouwen kozen allemaal een manlijke tegenstander. Yeah!


De acteurs hielden een betoog over nieuwe invulling voor de generatie dertigers voor wie alles mogelijk is, maar wat wordt dan de zin, jouw zin van het leven. Alles kan. Ware het niet dat: 'All is nothing.' Dat dilemma.
Denken, voelen, doen. Of niet denken, niet voelen, niets doen.

  
Aan het einde van de voorstelling kregen we de opdracht om te participeren. Om te veranderen. Deel te nemen. We kregen allemaal een envelop mee. Opdracht: door de loods lopen, een plek op te zoeken waar je alleen bent. Envelop openmaken.


Er stond een mobiel nummer. En: Bel me.
Ik belde.
'Met Charlotte.'
'Hallo, met Caroline. Ik kom net uit de voorstelling van De Nieuwe Helden.'
Verwarring aan de andere kant.
Verwarring aan mijn kant.
'Dus jij weet hier helemaal niets van?'
'Nee.'
Ik vond het geniaal. Een wildvreemde bellen. En dan even de voorstelling uitleggen en daar een goed gesprek over krijgen. Als je het dan hebt over contact maken. Iets doen wat je nog nooit hebt gedaan.
Ik vertelde wat ik allemaal had beleefd in de voorstelling. Charlotte reageerde geweldig. Ze had in het begin even het gevoel dat ze in de maling werd genomen. Maar dat had ik ook. Omdat ik er vanuit ging dat zij wist waar het over ging.
'Dus je bent niet al eerder een keer gebeld?'
'Nee. Maar hoe komen ze aan mijn nummer?'
'Ze hebben natuurlijk gewoon maar wat opgeschreven.'
Ik dacht intussen aan al die mensen die in de voorstelling zaten en nu met wildvreemden een gesprek aan het voeren waren. 
Ik vertelde haar dat ik schrijver ben en dat ik hierover zou bloggen.
'Leuk, dan ga ik morgen kijken. Ik zit nu thuis en heb geen tijd, maar morgen op mijn werk heb ik alle tijd van de wereld.'
Ik moest ontzettend lachen. 
'Wat doe jij voor werk?'
'O, nee, ik heb kinderen, dus dan weet je het wel.'
Ik was nog steeds aan het lachen. 
'Moet ik je nog een tip geven van hoe je moet leven als dertiger?' vroeg ze.
Dat wilde ik graag.
'Geen kinderen nemen.'
'Goede tip. Maar die heb ik al uitgevoerd.'
Maar Charlotte, die waarschijnlijk totaal op haar tandvlees eindelijk op de bank zat, voelde zich schuldig over haar grap.
'Oooh, nee hoor, nee. Het cliche: elke dag lachen en eruit halen wat erin zit.'
Ik bedankte haar voor het ontzettend leuke gesprek en ging helemaal vol van de avond op zoek naar B. B had ook een nummer gekregen, maar bij hem was het de acteur die een bandje had ingesproken.
Op de pont ontmoette ik een van de vrouwelijke vechters. We hadden het over het mobiele nummer. Zij had ook het bandje. Er begon me iets te dagen.
Vandaag belde ik het goede nummer.

Geen opmerkingen: