Ik zat in de wachtkamer te wachten op mijn naam. De arm met de hand eraan was al uitgestrekt toen ik nog ver van hem verwijderd was. Het duurde eindeloos. Ik moest de oceaan nog oversteken terwijl hij al helemaal klaar was om me te ontvangen. Hij verslapte niet. Niets in de uitgestoken arm verried dat hij het te lang vond duren of dat hij spijt had zo vroeg met steken te zijn begonnen.
Hoeveel gedachten er in een paar seconden niet door een hoofd kunnen gaan. C.q. het mijne. En hoe de tijdsinschatting aan de hand van die hoeveelheid gedachten wordt gerelateerd.
Ik ben nogal een neuroot in die dingen, mensen vooral niet op mij laten wachten.
Maar dat zou ik eens moeten doen, gewoon als oefeningetje. En dat dan vooral heel normaal vinden, anders krijg je stront.
Ik voorzie een goed voornemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten