Toen we na het concert terugliepen naar de ingang van het park, wilde K per se dat B bij hem voorop het rekje op de fiets ging zitten. B zag daar geen heil in, ik denk dat hij K nog ietwat te dronken vond overkomen, waarop ik mijn fiets aan B gaf en bij K voorop plaatsnam.
K spoot er vandoor, tevreden dat ik het met hem aandurfde. Maar hij wilde niet dat ik rustig en bejaard zat, iets wat ik eigenlijk voor ogen had. Hij gaf me opdrachten.
Ik mocht niet met mijn rug tegen het rek leunen.
'Los!' schreeuwde hij.
Ik ging rechtop zitten.
'Titanic!'
Ik spreidde mijn armen en hij versnelde nog meer. Het voelde super. Vooral de wind die om mijn rattenkop waaide was goed. Totdat K niet afremde voor een vluchtheuvel en ik omhoog stuiterde. Toen werd het minder.
En nog minder werd het toen hij me bijna de bosjes inreed, een scherpe bocht maakte waardoor ik kantelde en hij vlak voor een prullenbak tot stilstand kwam.
Maar toch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten