30-06-2010

Viering

Vakantie is een feest. Vakantie voorbereiden ook.
Behalve als je je een geroosterde kip voelt door het weer.
Je een allergische reactie voelt opkomen, verband houdende met dat weer.
Je gloednieuwe te goedkope fiets het voor de 2e keer binnen 2 dagen begeeft op een noodzakelijk inkooprondje.
Je het lijstje van wat je absoluut moet doen voordat je weggaat kwijt bent.
Je de uitpuilende vuilniszak vergeten bent buiten te zetten.
Dilemma's verband houdende met kleding moet slechten.
Er een grondige zoutbehoefte is, maar geen chips in huis.
En ook geen spa rood.
En ook geen witte wijn.
En er ook geen zin is om dat te gaan halen.
Terwijl dat zoveel beter voor je zou zijn. Met een groot glas witte wijn met daarnaast een spa rood en daarnaast een onuitputtelijke bak chips op het terras te zitten wachten tot de vakantie begint.

29-06-2010

De weg kwijt

Ik word aangehouden door een hippe bejaarde. Ze draagt een fel roze shirt en een paarse broek. In plaats van wenkbrauwen zitten er twee te donkere strepen, haar haar is hel wit geblondeerd.
Ze kan de Jodenbree niet vinden. Ik vertel haar waar ze moet zijn.
In plaats van door te lopen schiet ze in een jeugdherinneringenmodus. Ze heeft als meisje hier in Amsterdam in een atelier gewerkt. Twaalf uur per dag, ja, dat doen de meisjes van tegenwoordig niet meer. Ze woont nu in Groningen, heeft een volkstuin op de Nieuwe Meer, paradijs op aarde, ze wil niet dat er iemand komt want ze heeft grote behoefte aan rust, ze is komen fietsen, heeft er twee uur over gedaan, let wel, ze moet dus ook weer twee uur terugfietsen. Waar de Damstraat is, hoe ver van hier, o, dan had ze dat beter kunnen doen, maar ach, fietsen is goed. Het houdt je jong. Zij is 77.

Dan valt er een gat in de monoloog.

Ik moet nu zeggen dat ze er verdomd goed uitziet. Ik wacht heel even om te zien of ik daar onderuit kan. Dat gaat niet. Dus kwijt ik mij van mijn taak.
Ze knikt tevreden. 'En dat kan jij ook.' Ze kijkt kritisch naar mijn buik. Elke dag pilates. De blik gaat weer naar mijn buik die gezellig uitsteekt. Ze houdt zich duidelijk in. 'Gezond eten,' vervolgt ze, 'en heel veel water drinken.'
Ik knik instemmend. Water drinken doe ik best veel.
'Je hebt dezelfde haren als ik. Goed geknipt. Kappers kunnen geen krullen knippen, dat is echt een kunst. Naar wie ga je?' Ik mompel de naam van mijn kapper.
'In Parijs heb ik geleerd dat je het haar moet indraaien en dan het puntje eraf knippen.' Ze plukt aan mijn haar.
'Zou jij ook moeten doen. Die lok vind ik heel erg sloom. Dat kan allemaal heel anders.'
Ik beken dat de lok inderdaad een probleemlok is.
Dat had zij natuurlijk allang gezien. Maar ondanks alles toch een heel gelukkig leven gewenst.

28-06-2010

Dode muis

A komt opgetogen uit de tuin.
'Kijk eens wat prachtig!'
In zijn handpalm ligt een dode muis.
Ik krijg er een niet geheel geloofwaardig 'jahaa,' uit.
'Even opzoeken wat voor een het is.'
De verzamelnaam 'muis' die bij mij opkomt is blijkbaar niet afdoende. A legt hem op het aanrecht en pakt een boek dat niet alleen alle soorten muizen die er op deze wereld zijn benoemt, maar ook alles wat je verder maar kunt verzinnen in de categorie dier.
'Het is een dwergmuis,' constateert hij blij en gaat over de muis staan aaien, 'hij is heel zacht, wil je voelen?'
Ik wil dat niet. Ik kijk naar het aanrecht en hoop dat A zo direct niet alleen zijn handen grondig zal wassen, maar die plek ook even ziektekiemenvrij schrobt. Vooralsnog heeft hij het echter te druk, hij trekt een boterhamzakje uit de la en pakt het muisje bij zijn staart en wiebelt hem op zijn kop het zakje in.
'Kijk, zo kan hij nog een beetje naar buiten kijken.' Terwijl hij het zegt laat hij de muis door de ruimte vliegen. Ik knik begrijpend.
'Wat ga je er eigenlijk mee doen?'
'Invriezen.'
'He?'
'Dan kan ik bedenken wat ik er mee wil gaan doen.'
Er zijn dus keuzemogelijkheden. Ik probeer me voor te stellen wat je logischerwijs kunt doen met een ingevroren muis.
'Je kijkt heel raar. Ik weet niet of jij dat weet, maar je kijkt echt heel vreemd.'
Ik had werkelijk geen idee.

27-06-2010

Chill

Op sommige mailtjes moet een mens niet ingaan. Dat is beter voor het hart. Niet reageren omdat je weet dat je dan alleen maar nog meer agressie over je heen krijgt dan al het geval was. Maar wat te doen als je dan precies doet wat de gepikeerde mailster wil?
Tja.
Dan ook. Op karakter.

Dus momenteel 'doe ik gewoon even chill please'.

Dat u het even weet.

26-06-2010

Sleets

Ik gebruik veelvuldig de uitdrukking: niks is zomaar.
Jawel.
En dat doen met mij ik weet niet hoeveel anderen. Omdat ik deze levensfilosofie al jaren aanhang, wordt het echt tijd voor nieuwe inzichten en gewoonten.

Dat betekent dat vanaf gisteren alles zomaar is. Het maakt mijn dagen plotseling een stuk leuker. De niks-is-zomaar-houding is weliswaar goed te gebruiken tijdens een leven dat stroef loopt; de prettige suggestie dat er ondanks ellende toch uiteindelijk nog iets te halen valt, al weet niemand wat, laat staan wanneer. Maar mijn leven is al een tijd, tien maanden min twaalf dagen om precies te zijn, een gelukkige waterval die zich steeds vrolijker en ongeremder in de diepte stort en daar uitzinnig van geniet.

Gisteren kwam ik zomaar iemand tegen. Zij gaf mij zomaar een prachtig cadeau waar ik veel aan zal hebben. Vandaag ging ik zomaar koffie drinken met een vriendin. Kocht ik zomaar een jurk. En bloemen. Schoof ik al mijn meubels een andere kant op.
Zomaar.
Of misschien juist om alles.

25-06-2010

Eerste indruk

We hadden een feestje in een tuin. Ik kwam naast een toch wel corpulent te noemen vrouw te zitten. Ik stelde me voor en stopte haar in een hokje. Ze was nerveus, bij de voordeur had ze al het zenuwenzweet op haar bovenlip. Dat was geen aantrekkelijk gezicht.
De vrouw stond op zenden. Ze vertelde over haar kinderen.
Haar dochter was 'dyslectisch en nog woordblind ook.'
Haar zoon hield van voetballen en zij stond elke week 'langs de kant van de lijn.'
In een bijzin vertelde ze over een kind dat ze had verloren. Daar moesten we met z'n allen vooral niet op ingaan. Het hoofdthema bleef de uitzet van Brabantia servies. 'Muisgrijs.'
Intussen werkte ze alle soorten vlees die waren ingekocht naar binnen, met alle soorten sauzen en drie soorten drank.

In gedachten had ik al diverse uitspraken van haar genoteerd, toen het gesprek een andere wending nam. Ze bleek te werken bij een verpleeghuis waarvan ik de directeur een half jaar geleden op de radio had gehoord: alles was mogelijk, er bestond geen nee. Ik was zo onder de indruk dat ik had overwogen om voor hem te gaan werken. Zij deed dat al twintig jaar.

En volgens deze filosofie voedde ze ook haar kinderen op. Haar zoon van achttien wilde op een avond zo graag naar zijn vriendin, twee en een half uur reizen a €20,-, daarom vond hij dat dat niet kon. Zij vond van wel. Dus reisde hij vijf uur om een uur bij haar te zijn om haar te steunen tijdens examenstress. Zo'n jongen wordt een man die ik menig vrouw gun.

Voor straf heb ik mezelf toen in een hok gezet. Daar zit ik nog altijd in. Zweterig bij deze temperatuur. Maar ik mag er nog niet uit.

22-06-2010

Apothekerskwaal

Voor een gegarandeerd slechte bui, kun je ook gewoon naar de apotheker hier op de hoek gaan. Ze zijn langzaam. Dat zijn ze allemaal. Ze zijn onvriendelijk. Ook allemaal. Zelfs als je de enige in die hele verdomde apotheek bent, doe je er nog minimaal vijftien minuten over. Ik ben gaan klokken. Het is jammer genoeg niet overdreven.

De vrouw die er vandaag staat is de ergste. Omdat iedereen op een gegeven moment chagrijnig in die ruimte staat, voelt zij zich geroepen af en toe kwaadaardig op te kijken, alsof wij haar met z'n allen heel erg storen.
De apotheek staat vol. De man die geholpen wordt stelt voor later terug te komen. Daar reageert ze niet op. Hij herhaalt zijn voorstel. Ze wacht nog even een minuut, zodat iedereen denkt dat hij weer geen antwoord zal krijgen. Ze reageert. Zuchtend. Dat hij dat dan maar moet doen. Het is heel duidelijk de schuld van die man dat de benodigde ingrediƫnten niet in huis aanwezig zijn en dat zij zo lang in haar computer moet zoeken.

Mijn recept is gefaxt. Ze gelooft niet dat dat is gedaan. Toch is het waar. Ik moet mijn dokter als bewijs opvoeren. Ze accepteert het maar nauwelijks. Bij gratie gods mag ik wachten. Het liefst zou ze zien dat ik dat op mijn knieƫn deed.

Dan is de moeder aan de beurt met het recept voor een nieuw kind, maar dat kind moet ingeschreven worden. Intussen heeft de assistent de medicijnen al klaar liggen boven aan het trapje. Ik hoop voor mij. 'Wachter' wordt er geroepen. Gewoonlijk is dat dan diegene die uit zijn lijden wordt verlost. Nee hoor. Ze gaat eerst rustig dat hele nieuwe leven zitten invoeren.
De stemming in de ruimte wordt sterker, dus haar blikken ook.
Er komt nog een wachter erbij. Maakt allemaal niets uit. En nog eentje. Typerdetype, typerdetype. Dan pas beweegt ze langzaam naar het trapje.

'En voor Ligthart?'
'Die zijn besteld.'

Morgen terugkomen. Hoera.

Verschillende niveaus

Met een groepje gelegenheidscursisten volg ik Spaanse les. Die lessen zijn erg leuk, maar het komen tot een nieuwe afspraak is regelmatig tamelijk tot zeer ingewikkeld.

Bij mij staat heel duidelijk maandag in de agenda en ik heb geen reden daaraan te twijfelen omdat we elke maandag op dezelfde tijd les hebben. Maar dat is overmoedig. Het moet dinsdag worden. Ik bereik irritatieniveau A.
Tegen mijn gewoonte in vraag ik me via de mail af waarom het nou opeens naar dinsdag moet. Slechts 1 van de 6 geeft antwoord. Niet echt afdoende, maar ala. Het gaat er, zeggen ze, ook alleen maar om te laten horen op welk niveau je zit.

We zijn inmiddels uit de datum, maar dan moet er ook nog uitgemaakt worden wat de locatie zal zijn. Ik stel mijn boot voor. De mails regenen door en omdat niemand bevestigt dat de les bij mij zal zijn, herhaal ik vrolijk dat het bij mij kan.

Begint vandaag de nieuwe reeks aan mailtjes. J vraagt: waar zullen we het doen? Dat het bijvoorbeeld bij haar kan, hoewel, misschien niet want zij heeft een opdracht buiten de stad en niet zeker of ze op tijd zal zijn, dus wat dachten wij van een late sms zodat dan duidelijk zou zijn of het nou wel of niet of toch weer wel bij haar zou kunnen.
Nog voor ik niveau B heb bereikt, volgt er een ander mailtje met de vraag waar het zal zijn.
En zo schiet ik met gemak door naar niveau F. Nu heb ik jaren, echt jaren, niets met dat niveau, noch met voorgaande niveaus gedaan. Daar is vandaag dan blijkbaar een einde aan gekomen.

Ik mail ze met de vraag of ze niet kunnen LEZEN (inderdaad, met hoofdletters) dat ik al 2 keer heb gezegd dat het bij mij kon (goed dat ik even checkte, want (tip) indien woedend wel met de juiste feiten komen), maar dat ik het ook wel voor een 3e keer wilde doen (voel het heerlijk bijtende, doch weinig originele sarcasme): bij mij op de boot. Punt.

En nu het sterke van de zaak: geen grap, geen vergoelijking,geen verhalen van slechte jeugd, slechte adem of slechte uitslag. Niks van dat alles. Staan voor je niveau.

Daar volgt 1 droog mailtje op: bij Caroline dus.
Humor.

Maar vanavond moet ik op karakter lopen. Geen ongemakkelijke toenaderende glimlach van -heb me lief- waar je de rimpels voorgoed omheen ziet groeperen. Nee. Nee. Nee. Eens een bitch altijd een bitch.

Ik verheug me enorm!

21-06-2010

Zingeving

Ik herinner me nu opeens een scene (off stage) bij Toneelgroep Amsterdam. Acteurs van het gezelschap hadden o.a. een tekst van mij voorgelezen. Daarna stelde Chris Keulemans mij een aantal zeer diepgaande vragen, waarop ik het antwoord ter plekke verzon.
Dat was een zenuwslopend interview.

Toen ik na afloop bij de bar stond hoorde ik de dramaturg zeggen: 'en natuurlijk was die scene met de adamsappel de ontmannelijking van de hoofdpersoon, en dat had ik eerst helemaal niet door!'
Ik heb de dramaturg niet op de schouder getikt.
Ik heb niet opgebiecht dat ik dat zelf ook helemaal niet door had gehad.

Ieder zijn werk: ik het schrijven, hij het verklaren van wat ik nou precies heb gedaan.
Mooi vak. Allebei.

20-06-2010

Ik beken

Via een gekke omweg krijg ik een mail met de vraag of ik mijn toneelstuk Half gesneden zou willen verklaren voor een regisseuse in opleiding die deze tekst graag als eindwerk wil nemen.

Stilte.

Dat is bijna hetzelfde als het vragen van mijn handtekening. Alleen heb ik geen ervaring in het zetten ervan. De regisseuse, die eerst eindeloos achter een hovenier Ligthart heeft aangezeten, wil van alles weten.

Associaties en beelden, verhouding tussen wat inzichtelijk is en wat duister blijft, tijd en ruimte, motieven, en tenslotte:
Wat gebeurt er precies in het stuk?
(Ik las eerst: wat gebeurt er nou eigenlijk helemaal in het stuk).
Met de prachtige toevoeging: dan bedoel ik niet wat ik lees, maar meer wat jij er mee hebt bedoeld.

Dat zijn schitterende vragen. Maar beantwoord ze maar eens.
Ik heb Half gesneden geschreven toen ik nog niet uitgetherapiet was. Bovendien had ik liefdesverdriet. Dat verklaart vrees ik alles.

Maar zo zet je dus geen indrukwekkende handtekening.

Ik ga nu eerst eens even een paar dagen broeden. Dan komt er vast die andere laag naar boven. Die smerige laag, waar ik tenslotte onbewust alles van weet. En zo niet, verzin ik er een stukje bij.

16-06-2010

In the middle of nowhere

Die uitdrukking vind ik prachtig. En het wordt onze vakantie. Een kano, basisvoorraad eten, kleding in een ton en dan de uitgestrekte meren op van het grensgebied tussen Noorwegen en Zweden.
We zullen niemand tegenkomen onderweg. We hebben een kaart en het traject dat we gaan afleggen. Onderweg bepalen we waar we zullen overnachten. Met of zonder tent. In ieder geval zonder wc, keuken en tweepersoonsbed. Kortom: vakantie.

A is het aan het regelen. Dat betekent dat ik om de vijf minuten word gebeld om de kans te krijgen mijn voorkeuren uit te spreken. Wat wil je erbij huren? Kookstel? Lijkt me handig. Zitten daar ook pannen bij? Goede vraag, weet ik niet. Hij gaat het uitzoeken.

Intussen loop ik in gedachten de dag door. Opstaan, van een matje, hebben we niet, kleding aan die in een ton gepropt is, hoeveel zouden we mee kunnen nemen, thee zetten in een pannetje, die moet er nog bij, ontbijt uit de basisvoorraad, het bos in, wc-papier niet vergeten, de schep wordt erbij geleverd, kano in, zit erbij, peddels, is ook aan gedacht, de routekaart, check, uitputtingslag, ook in orde.
Einde middag. Dus de borrel. Dat is een punt. Hoeveel flessen kunnen er mee. Rood zodat we niet aan de warme witte wijn hoeven. Borrelnootjes, chips, worsten, waar laten we die? Of wordt het survival? Geen drank. Geen vlees. Gezond, super gezond twee weken lang bewegen door de natuur. Heeft misschien ook wel wat. Misschien.
Even overleggen.

15-06-2010

NS - Niet Stoppen

Vandaag gebeurde het weer! Iets later op het traject dit keer. De trein remt plotseling heel hard af, herneemt dan vaart en rijdt op volle snelheid Bussum-Zuid voorbij. De machinist meldt dat hij dacht dat hij de intercity bestuurde. Excuses.

Ik probeer het me voor te stellen. Ik ben de machinist. 
Mijn dienst begint op Amsterdam Centraal. 
Ik stop op Muiderpoort.
Ik stop in Diemen.
Stop in Weesp.
Stop in Naarden-Bussum.
En bij Bussum-Zuid denk ik opeens dat ik een sneltreindienst heb.

Het wil me maar niet lukken.

Kikkerhond

Op het kinderfeestje komt een hond binnen. Een hele lelijke Franse Buldog. Waarschijnlijk is dat een pleonasme.
Pleun is bang voor honden. Dat begrijp ik maar al te goed. Dus nodig ik haar uit op mijn schoot om samen bang te zijn. Dat vindt ze een mooi plan. Althans dat denk ik, ze bevestigde in ieder geval niets.

Nu kon ik mijn pedagogisch moment pakken. Al had ik geen idee hoe. Totdat de Buldog bij opa-eigenaar op schoot getrokken werd en het beest ook aan tafel zat en geluid maakte. Het was geen herkenbaar honds geluid. Het was meer kwaken. Daar wees ik Pleun op. Dat het hondje niet eens hondgeluiden kon maken, maar een kikker leek. Of ze bang was voor kikkers. Dat was ze niet.
Opgelost.

Van wie is die eigenlijk?

Een vol verjaardagsfeestje met meer kinderen dan volwassenen. Ik zit aan een tafel met mensen uit de MAX-doelgroep. Als de taart en het weer besproken zijn, blijkt het toch lastig de boel op gang te houden.
Stijn vangt de aandacht. Een streng aandoende vrouw vraagt:
'Hoe oud is hij?' en kijkt vorsend naar mij.
'Geen idee,' antwoord ik vriendelijk.
De vrouw verstart. Omdat ze me blijft aankijken doe ik haar een plezier.
'Een jaar of tien, toch Stijn?'
Stijn knikt instemmend. Hij heeft zijn mond vol.
'Ik vergeet het telkens,' glimlach ik naar de tang.

Plotseling is mijn rol als smalltalker voorbij. Er worden andere lichaamsbewegingen gemaakt, en die zijn allemaal in een van mij afwaartse richting. Dus complimenteer ik Stijn nog even moederlijk met het feit dat hij goed heeft onthouden dat hij niet met volle mond mag praten.
Het werd een heel rustig feestje.

10-06-2010

Tuin, een hele grote!

M. belt en spreekt mijn voicemail in. We hebben een afspraak vanavond, maar J kan niet, dus stelt K voor het op te schuiven. M belt om te vertellen dat het haar ook beter uitkomt omdat zij nu hulp heeft van haar ouders om de tuin te doen.
Het is even stil. Ze laat haar eigen woorden tot zich doordringen. Dan kan ik niets meer verstaan door haar klaterende lach.
Ik kan me ongeveer voorstellen wat ze allemaal zegt. M heeft namelijk alleen een randje terras om haar huis, waar wat potten op staan. Hier en daar heeft ze een plant in de aarde weten te wurmen. En haar ouders komen helpen. Dat scheelt weer minstens vijf middagen werk. Schater. Schater.

Bloemetjes. Blauw.

Er moet iets gebeuren. Dat betekent dat ik dit nu niet mag doen, maar mijn verhaal uit mijn computer moet trekken en dat gewoon afmaken. Gewoon.
In plaats daarvan volg ik de uitslagen, maak me druk over de waarschijnlijke consequenties, zet ik koffie, en nog eens en nog eens, bedenk ik dat ik ook nog een laatste factuur moet sturen, al helemaal geen zin in, en vraag ik me ernstig af of ik mezelf buiten de samenleving plaats met de outfit die ik aanheb.

Door de kastenactie ontdekte ik een hippiebroek. Daar kan men niet omheen. Ook ik niet. Toch weet ik niet of dat gunstig is met deze ik-moet-wat-voorstellen-in-deze-wereld-stemming. Past daar een wijde fel blauw gekleurde bloemenbroek bij, is de vraag. Zoals het leest ziet het er ook uit. Het staat me goed, dat is het verontrustende.
Te laat geboren. Daar gaan we weer. Er is ook altijd wat. 

09-06-2010

Grote opruiming

Met mijn bureau beladen met stapels shirts is het lastig typen. Toch moet het even zo. Het is de verschuiving winter-zomertoestand. Men verzekert mij dat dit een goed teken is. Kasten opruimen is opruiming in je hoofd. Ruimte maken voor nieuwe plannen. Een nieuw leven. Een nieuw begin.

Ik heb daar geen kasten voor nodig.
A & ik zijn de afgelopen weken overtuigd geraakt van het feit dat wij het over de grens te zoeken hebben. Landgoed te koop voor een bedrag waar je in Amsterdam zo'n 50m2 voor krijgt.

Ook is mijn redactieopdracht afgelopen, dan raak ik automatisch in een staat van waarheen waarvoor. En dan heb ik het niet te zoeken op de site vakantieaanbiedingen, al is die verleiding groot.

Terug naar de kern. Op zoek naar een parttime klus zodat ik alle aandacht aan het schrijven kan geven. Zo simpel is het. En dat binnen drie minuten. Die kastwissel is totaal overbodig.

Nu ga ik met een grote greep al die zomerkleren in mijn kast proppen. En dan aan het werk. Het echte.

08-06-2010

Juiste plek, juiste beeld

W. wil armbandjes, kettinkjes en ander mooi spul. Of ik, als vrouw, hem van advies wil dienen. Dat wil ik, als vrouw, maar al te graag. Alles wat glimt en glanst heeft mijn interesse. Ik heb het ultieme adres. Een winkel die van voor naar achter is volgestouwd met sieraden en beelden en andere overbodigheid.
W. springt rond als een kind in een ouderwetse snoepwinkel. Zijn motoriek wordt snel en haastig. Gretig kikkert hij heen en weer en moet ik alles wat hij omhangt bekijken en van commentaar voorzien.

Hij rekent twee kettingen en vijf armbandjes af. Tot zijn spijt zijn de ring en oorbel niet gelukt. Naast mijn adviesrol vond ik nog de tijd om zeven armbanden te kopen. Missie geslaagd.
Nog voordat ik mezelf kan berispen op nutteloos verkwistend gedrag (mijn sieradenkist bulkt van de  glitters en glimmers, binnenkort verhuizen om ze allemaal tot hun recht te laten komen), lopen we richting uitgang en kijk ik toevallig naar de kast die achter de deur verscholen staat.

Daar staat hij. Het ultieme beeldje. Voor A.
Het heeft precies datgene in zich wat hij zelf is. Liefde en kracht. Die kracht is stevig. Niet mis te verstaan. Maar daaronder of daaromheen die andere laag. En die is zo totaal omvattend dat ik me helemaal niet meer druk kan maken over al die glans en schijn die ik gekocht heb. Randgedoe.
Het beeld stond geduldig te wachten. Nu kon ik het hem teruggeven. Mijn beeld van hem. Zodat hij weet dat ik weet dat hij weet dat wij weten dat wij, hij en ik en nog eens wij en alles en meer.

02-06-2010

Forenzen

Woensdag, 08.15 uur. Bericht door de intercom:

'Door een vergissing van de machinist zijn wij het station Diemen voorbijgereden. Excuses voor het ongemak.'

Daar wordt bijna de hele trein vrolijk van. Bijna...

01-06-2010

Jee

Hoe langer ik naar J kijk hoe meer zij een stripfiguurtje wordt.

Dat was een hele betekenis die ik in concept had opgeslagen. Maar nu blijkt dat haar vriend, die al zo'n 20 jaar kijk op de zaak heeft, er hetzelfde over denkt, durf ik, lafbek, het ook wel aan.

J heeft een expressief hoofd. Daar hangen lange haren aan.
Daar komen goede, maar vaak ook verwarrende teksten uit. Die zijn zeker heel goed te volgen voor iemand met dezelfde gedachtenstructuur. Dat heeft jammer genoeg niet iedereen. 
Het lachen wat ze doet is zeer aanstekelijk. En als ze verontwaardigd is, zie je de grond onder haar bewegen.

Maar de motoriek... de motoriek... die moet je zien.
Filmpje volgt.