J (1) mailt om te horen of ik de tweede ronde chemo (in het ziekenhuis noemden ze het de tweede gift) goed heb doorstaan. Ze vraagt zich en passant even af hoe ze daar in godsnaam op gekomen zijn, maar concludeert dan: ‘Je kunt nu ieder geval zonder te pochen zeggen dat je een ‘gifted’ mens bent. Want feiten zijn feiten. Dat dan wel weer.'
Ik stuurde haar ook een foto van de rattenkop, en refereerde kort aan het blauwe oog op de foto. J: 'De combinatie kaakchirurg en blauw oog prikkelt overigens mijn nieuwsgierigheid, maar dat terzijde. Het verhaal daarachter hoor ik vast nog wel een keer.'
Toen ik dat zo geschreven zag staan, raakte ik zelf ook wel enthousiast, moet ik zeggen. Maar ik zal me inhouden en het verhaal vertellen zoals het gegaan is. Het was in ieder geval een prachtige, hele grote, imposante, donkere man, van wie ik continu op prettige wijze op mijn kop kreeg.
Maar dat gegeven vraagt natuurlijk om een onverwacht einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten