Met W zit ik in de wachtkamer. We kijken uit op de enige plant die op de balie staat. De plant ziet er niet heel florissant uit. W voelt onmiddellijk met hem mee.
'Die heeft dus nooit het daglicht gezien.'
Ik mompel nog iets als 'In de kas,' maar W is al met zijn volgende empatische gedachte bezig.
'De taak in je eentje de boel gezellig te maken, geeft toch een enorme druk op je platte schoudertjes.'
De plant richtte zich een beetje op. Veel scheelde het niet.
Toch denk ik dat hij een erg goede maandag heeft gehad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten