04-04-2014

Aankomst in Santiago

Ik verliet op mijn gemakje de hotelkamer, die eigenlijk te fijn was om achter te laten. Zes paar handdoeken! Ik heb ze allemaal gebruikt. Sommige niet helemaal nodig, een handdoek voor mijn natte haar om mijn hoofd gewikkeld, slaat nog werkelijk nergens op, alleen vond ik het fantastisch om weer te doen.

In de regen, die maar niet ophield, daalde ik langzaam af. Onderweg vatte ik samen hoe de afgelopen vijf weken waren geweest. Het was maar goed dat er niemand naast me liep; veel gedachten.
Toen ik na twee uur het plein voor de kathedraal opliep en daar stond, voor die gigantische oude massa, voelde ik helemaal niets. Geen opluchting, geen trots, geen gevoel van: eindelijk. Ik vond er niets van. Eerlijk gezegd vond ik er niks aan.

Eerst maar eens mijn Compostela halen. Ik kreeg de stempels, prima, nog steeds geen trots of weet ik veel wat, en ging naar de pelgrimsmis. Vooraf beklom ik het kleine trappetje dat achter het altaar omhoog ging en bij het beeld van Santiago kwam. Daar legde ik, zoals duizenden voorbij, mijn handen op zijn schouders en keek de kerk in. Dat was indrukwekkend.
De groep gehandicapten Duitsers kwamen de kerk binnen, en de vrouw schreeuwde weer naar hartelust, maar tijdens de dienst was ze stil.
Aan het einde van de mis werd de gigantische beker met wierook heen en weer geslingerd door vijf mannen. De rook liet sporen achter. Daar waren de tranen.

Vandaag: 10,2. Santiago de Compostella
Nog te gaan: 0. 

Geen opmerkingen: