22-09-2010

Bootje

We trokken naar het platteland om een vletje te bekijken. Het erf stond vol met oude auto's, verroeste boten, tractoren en autobanden.
De bewoners zagen ons aankomen dus bleven we voor de deur staan wachten. Een oude man schikte boterhammen in een mooi patroontje. Zijn lunch voor de volgende dag. Hij keek niet op of om toen we na vijf minuten toch maar een keer op de bel drukten.
Zijn dikke vrouw meldde ons dat ze er niets mee te maken had, we moesten de zoon op het erf gaan zoeken. Daar scharrelde hij wel ergens. Tussen die banden. We mochten binnendoor, waar de aardappellucht nog flink hing te dampen.

We vonden de zoon. En het bootje. De zoon hield er een apart soort taalgebruik op na.
'Er hebben nog meer mensen gebeld en zus en zo.'
'Je kunt er zo mee gaan varen en dit en dat.'

En toen ik niet door de deurtjes naar het roefje kon en klem kwam te zitten, vond hij dat heel erg grappig:
'Je moet er misschien hier en daar en zo wel wat aan doen.'

Wij dachten daar intussen over en onder dat het bootje wel wat voor of achter ons zou zijn.

Geen opmerkingen: