20-01-2015

Heupen los

De schrijver ging voorlezen. Ik mocht de kunst afkijken. 
In de eerste klas die we bezochten zat ik naast een jongetje van negen. De schrijver stelde zich voor, zei dat hij boeken schreef en hield zijn mond. Of er vragen waren.
Het jongetje keek me aan en fluisterde: 'Waar gaat het over?'
Ik fluisterde terug: 'Lijkt me een hele goede vraag.'
Hij stak zijn vinger op. De schrijver vond het ook een goede vraag.
Na het vragenrondje las hij voor. Dat deed hij spannend. 
Daarna was het tijd voor de quiz. Er viel een boek te winnen. Iedereen staan.
De schrijver rekte zich uit. De kinderen rekten mee.
'Ik ga die quiz winnen-nnn!' De echo kaatste via het hoge plafond.
'Ik ben de beste!' 'De beste!' gilden de kinderen.
Meditatiehoudingen werden aangenomen, 'Ohmmmmm,' galmde het. De armen werden naar de hemel uitgestrekt, de handen wapperden, de danspasjes werden gekopieerd, 'Clap along if you feel that happiness is the truth!' De heupen werden geschud, de yells geschreeuwd.

Het voorlezen gaat nog wel, maar dit onderdeel moet ik denk ik toch nog een aantal keer doornemen. Voor de spiegel.

Geen opmerkingen: