I heeft stront met haar vent. Al om tien uur vertelde zij ons dat zij gelijk had. Dat werd om een uur of twee bevestigd door een stroom van sms'jes. Bij de derde sms staart ze naar haar mobiel.
'Hij is het aan het goedmaken', zegt ze terwijl ze niet van de display opkijkt.
'Antwoord je niet?' vragen wij als manvriendelijke vrouwen ongerust.
'Natuurlijk wel.'
De telefoon gaat.
I: 'Nee, die staat bij de sauzen. Ja, groen flesje.'
Einde gesprek.
Wij werken door.
Telefoon.
'Nee, alleen als die in de aanbieding is.'
Ze hangt op.
'Hij doet nooit alleen boodschappen,' verklaart ze.
Telefoon.
Gelach en gejoel. I sist en sssstt. Voor de veiligheid loopt ze van ons weg. Wij horen haar nog wel zeggen:
'Staat op de bovenste plank, zelfde schap, zelfde straatje. Ja, en dan bovenin. Nee, daar sta je nu.'
Eenmaal weer bij ons:
'De helft is er zo direct niet hoor, maar dat zeg ik niet, anders doet hij het nooit meer.'
Ik weet opeens heel goed wat mij vanavond te doen staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten